Skip to main content

Om goede zinnen te kunnen maken, in welke taal dan ook, is het belangrijk om de nodige werkwoorden te kennen. Een zin is namelijk geen zin als er geen werkwoord in voorkomt. Daarom heb ik voor jou een overzicht gemaakt met de 55 meestgebruikte Spaanse werkwoorden.

Ik kan me voorstellen dat je de werkwoorden in het Spaans ook op de juiste manier wilt kunnen vervoegen om kloppende zinnen te maken. In dit artikel leg ik uit hoe je regelmatige Spaanse werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegt. Wil je ook de anderen tijden bekijken of oefenen met de vervoegingen van de onregelmatige werkwoorden (die in het tweede overzicht hieronder), dan kun je op elk Spaanse werkwoord in de overzichten klikken om verschillende tijden en vervoegingen van dat werkwoord te bekijken op de site conjugador reverso.

Hieronder als eerste de 27 meest gebruikte regelmatige werkwoorden, die in de tegenwoordige tijd dus allemaal op deze zelfde manier vervoegd kunnen worden.

 

Verbos en -ar Verbos en -ar Verbos en -er / -ir
hablar = spreken pensar = denken comer = eten
tomar = nemen mirar = kijken beber = drinken
necesitar = nodig hebben llegar = arriveren comprender = begrijpen
andar = lopen / gaan saltar = springen leer = lezen
caminar = wandelen trabajar = werken ver = zien
buscar = zoeken tocar = aanraken / een
instrument bespelen
vivir = leven / wonen
comprar = kopen bailar = dansen abrir = openen
manejar = hanteren pagar = betalen escribir = schrijven
escuchar = luisteren charlar = kletsen inscribir = inschrijven

En dit zijn de 28 meestgebruikte Spaanse werkwoorden die niet helemaal volgens de standaard-regel vervoegd worden, maar allemaal een uitzondering hebben . Binnenkort zal ik een apart artikel schrijven en een podcast opnemen over deze onregelmatige Spaanse werkwoorden. Voor nu kun je in ieder geval al de vervoegingen bekijken door hieronder op de woorden te klikken.

 

Verbos en -ar Verbos en -er Verbos en -ir
estar = zijn ser = zijn ir = gaan
dar = geven tener = hebbeb decir = zeggen
cerrar = sluiten poder = kunnen pedir = vragen / bestellen
comenzar = beginnen hacer = doen / maken salir = vertrekken / uitgaan
empezar = beginnen entender = begrijpen dormir = slapen
encontrar = vinden / tegenkomen perder = verliezen sentir = voelen
jugar = spelen conocer = kennen conducir = besturen
sentarse = gaan zitten traer = brengen oír = horen
contar = rekenen / tellen / vertellen caer = vallen  
  saber = weten / kunnen  
  poner = leggen / zetten  
  querer = willen / houden van  

Wil je graag snel goed Spaans leren spreken? Bekijk dan hier de cursussen Spaans van taal.guru en volg een online proefles Spaans.

11 Comments

  • Ludi Schaafsma schreef:

    Mooi overzicht! Zou heel behulpzaam zijn als het hele werkwoord in het lijstje een hyperlink is naar een overzichtje waar alle vervoegingen staan, zowel in de tegenwoordige als de verleden tijd

  • Ludi Schaafsma schreef:

    Wat is het verschil tussen entender en comprender? Beide betekenen “begrijpen” volgens dit lijstje

    • Linda Metz schreef:

      Dat klopt. Ze worden ook allebei gebruikt om te zeggen als men iets wat gezegd is niet heeft begrepen. No entiendo / no comprendo. De eerste is logischer, want entender betekent dat je weet wat iets betekent. Je begrijpt de woorden die gezegd zijn. Comprender heeft een nog iets diepere lading, als in dat de bedoeling ook echt hij je binnenkomt. Je begrijpt bijvoorbeeld de woorden ’tenemos que hablar’, maar je begrijpt niet waarom er gepraat moet worden.

      • Ludi Schaafsma schreef:

        Ok, duidelijk, thx👍
        Geldt dit ook voor het verschil tussen empezar en comenzar?

        • Linda Metz schreef:

          In Spanje wordt empezar vaker gebruikt, in Zuid-Amerika komt comenzar meer voor. Er is geen verschil in betekenis.

    • Joanne schreef:

      Misschien is het eenzelfde soort verschil als tussen ‘snappen’ en ‘begrijpen’ in het Nederlands?

      • Linda Metz schreef:

        Ja, inderdaad, dat zou kunnen. Intuïtief zou ik dan “entiendo” eerder vertalen als “ik snap het” en “comprendo” als “ik begrijp het”. Maar uiteindelijk zit er in de Spaanse woorden denk ik minder verschil dan in het Nederlands tussen snappen en begrijpen.

  • Tirso Vollebregt Cordova schreef:

    Weet iemand een format /programma/lijst waar Spaanse werkwoorden kunnen worden vervoegd (alle) en waar ook de Nederlandse vervoeging/vertaling er achter staat?
    Kortom de oude lijstjes zoals er vroeger werd gestampt.

  • Tirso Vollebregt Cordova schreef:

    Heeft iemand een format /programma/lijst waar Spaanse werkwoorden kunnen worden vervoegd (alle) en waar ook de Nederlandse vervoeging/vertaling er achter staat?
    Kortom de oude lijstjes zoals er vroeger werd gestampt.